River Plate: op de eerste en laatste plaats (2008)
We schrijven december 2008 en de regerend Argentijns landskampioen (!) River Plate staat twee speelronden voor het einde op de laatste plek in de Apertura. Los Millonarios zijn nog nooit in de geschiedenis als laatste in de competitie geëindigd. De laatste thuiswedstrijd van het seizoen tegen promovendus Godoy Cruz biedt Las Gallinas (De Kippen) de ultieme kans om de laatste plaats te verlaten en de eer te redden. Vol verwachting klopt het hart van iedereen die River Plate een warm hart toedraagt.
Buenos Aires. Misselijkmakende megastad op het Zuid-Amerikaanse continent. Ik arriveerde er per boot vanuit Uruguay en kwam in een andere wereld terecht. Van het rustige, relaxte, vriendelijke landje aan de overkant naar de vieze verhitte metropool vol extremen, waar je volgens de reisgids als vreemdeling niemand zomaar vertrouwen kon. Het lawaai en de stank op straat waren niet te harden. Mijn vriendin kreeg er uitslag van het kraanwater. We konden maar niet wennen aan de late openingstijden van de restaurants (sommigen openden pas om middernacht hun deuren) en verbaasden ons over krotten tussen statige herenhuizen.
We dwaalden door de wijk La Boca en kwamen in een gettobuurt terecht. Althans, plotseling bevonden we ons te midden van groepjes jongemannen die eruit zagen als Amerikaanse bendeleden. Sommige straten waren gebarricadeerd. Op de stoep speelden kinderen in vuil ondergoed. Een niet geheel nuchtere man in blote bast hield ze bij de weg vandaan. Dat wel. Een man zonder benen lag weg te kwijnen in een steegje. Op een stoeprandje zaten twee dames van lichte zeden. We maakten rechtsomkeert, voor we al teveel zouden opvallen met onze blonde haren, blauwe ogen en fris voorkomen.
Op de terugweg naar ons hotel liepen we langs een groot braak liggend terrein. Een groepje mannen lag op half vergane matrassen in een delirium van drank en drugs tussen de troep. Een paar andere mannen trapten een balletje. Aan de overzijde van het terrein stak La Bombonera, het markante stadion van Boca Juniors, boven de daken van de huisjes uit. Ik bleef even staan en keek er met bewondering naar. Hiervoor was ik naar Buenos Aires gekomen: El fútbol Argentino.
Als je het Argentijnse voetbal buiten Argentinië volgt, ben je al snel òf voor Boca Juniors òf voor River Plate. Mijn voorkeur ging altijd naar de laatste van die twee uit, ook al stond en staat Diego Maradona ook bij mij op een voetstuk. Het witte shirt met de schuine rode baan vond ik prachtig. De successen uit de jaren negentig, met sterren als Enzo Francescoli, Ariel Ortega, Marcelo Salas en Marcelo Gallardo, spraken in mijn tienerjaren tot de verbeelding. In die tijd had River Plate impact: de club werd aan het eind van het millennium niet voor niets tot Argentijns kampioen van de eeuw uitgeroepen.
In de eerste plaats wilde ik dus een wedstrijd van River zien, en dus nam ik contact op met een plaatselijk boekingskantoor om wedstrijdbezoek te regelen. In de reisgids had ik gelezen dat je het beste op die manier – met begeleiding – naar het Argentijnse voetbal kon gaan. Het geweld en de criminaliteit in en rond de stadions maakten wedstrijdbezoek een niet ongevaarlijke aangelegenheid voor vreemdelingen.
Zo stapten mijn vriendin en ik nog dezelfde avond in een busje van Tangol op weg naar Estadio José Amalfitani. Ja, u leest het goed. De wedstrijd River Plate tegen Godoy Cruz vond niet plaats in El Monumental, maar in het stadion van Velez Sarsfield in de wijk Liniers. “Waarom speelt River eigenlijk niet in het River Plate Stadion?”, vroeg ik onze gids Santiago. “Madonna”, antwoordde hij. De Amerikaanse popster had driekwart jaar geleden al een (uitverkocht) concert gepland in El Monumental en dat was dermate lucratief dat de club daarvoor diende uit te wijken. “De diehard fans komen ook wel naar Liniers toe, want steunen hun club altijd en overal”, merkte Santiago er bij op.
Hij vertelde zelf geen fan van River te zijn, maar supporter van Ferro Carril Oeste. “Dat is een kleine rustige club uit een andere wijk, maar die ken je vast niet”, zei hij mij. “Die spelen toch in groen-wit?”, merkte ik op. Voetbalgek als ik was in die tijd kende ik de club wel degelijk vanwege twee kampioenschappen in de jaren tachtig. Héctor Cúper was er destijds één van de sterspelers. Santiago keek me verrast aan. Deze avond was ik een voetbalvriend rijker. Volgens Santiago lag het stadion van Velez Sarsfield overigens in “een relatief veilige arbeidersbuurt, die de laatste jaren weliswaar verslechterde”. Nee, hij raadde ons niet aan er ’s avonds laat alleen over straat te gaan als je niet wist waar je heen moest. Maar dat gold eigenlijk voor heel de stad.
Onderweg naar het stadion stopte het busje eerst nog bij enkele andere hotels om meer voetbaltoeristen op te pikken. Na een half uur manoeuvreren door de stad zaten we in een volgepakt busje met een groep Colombianen, een echtpaar uit Canada, een stel uit Schotland en twee opgedofte meiden uit de Verenigde Staten. Ik kletste door met Santiago over River Plate en somde tot zijn verrassing de halve selectie op: Cabral, Ferrari, Buonanotte, Rosales, Falcao. De laatste speler bleek de reden van aanwezigheid van de groep Colombianen te zijn. Zij waren hier om hun nationale held toe te juichen. Ze hadden er zichtbaar zin in en waren vol verwachting.
Santiago gaf de aanwezigen een les over het Argentijnse competitievoetbal. Hij vertelde over De
spelen al op voorsprong. De bezoekers scoorden uit een flitsende tegenaanval in tweede instantie raak via een geplaatst schot van middenvelder Hernan Encina. Het reeds lopende feestje in het bezoekersvak ging onverstoorbaar door. Het volume op de River Plate-tribune zwol verder aan. Non-stop zongen ze: “VAMOS-RIVER-PLATE!” Ik vond het in één woord imposant. Mijn vriendin vond het ook indrukwekkend. Zij kon wel genieten van deze full-support, maar vroeg zich hardop of hoeveel druk de River-spelers wel niet zouden ervaren.
Veel druk. Dat was wel te zien aan het spel op de mat. Met spits Falcao als ultieme exponent van het onbeholpen spel. Tot schaamte en afkeer van de Colombiaanse afvaardiging in onze groep struikelde hij keer op keer over de bal. De rust kwam geroepen voor hem en de rest van River. Na het rustsignaal viel de River-tribune even stil. Was het de achterstand die dat deed? Of namen ze enkel rust om de kelen te smeren en zich op te laden voor de tweede helft?
De mascotte van River – een gezette man in een wit kippenpak met wapperende vleugels en een rode kam op de kop – daalde in de rust naar onze tribune af en liet zich vrolijk fotograferen met vooral vrouwelijke fans. Mijn vriendin wilde niet met hem op de foto, maar de kip pikte dat niet. Vlak voor het begin van de tweede helft sprong hij op het stoeltje naast haar. Er was voor haar geen ontkomen aan. De tweede helft keken we met een echte River-kip aan onze zij. Vanaf het begin van de tweede helft zette de kip de sfeer op onze tribune. Hij sprong wild op en neer op het stoeltje naast mijn vriendin en zong: “Vamos, vamos, vamos, River Plate!” De rest van de tribune deed mee en iedereen stond op de banken.
Met de harde kern in de rug voetbalde het voor River nu een stuk makkelijker. “Het is net alsof ze wind mee hebben”, riep mijn vriendin. Niettemin ging het feestje in het vak van de Godoy Cruz-supporters onverstoorbaar door. Uitbundig vierden ze de voorsprong. Totdat River, gesteund door duizenden kelen, een dik kwartier na rust opeens uitbrak over rechts. De bal kwam pardoes voor de voeten van Matias Abelairas en die schoot raak. “Goooooooooooooooooooool!!!!”, riep de speaker door zijn microfoon en het stadion ontplofte! Iedereen ging uit zijn dak en begon weer te springen. Wij deden ook mee. “Vamos! Vamos! Vamos!”
River speelde vervolgens met iets meer overtuiging, maar wist geen potten meer te breken. Falcao miste alleen voor de keeper een dot van een kans. Hij had de hoek voor het uitkiezen, maar schoot tegen de doelman op. De Colombianen naast ons wisten niet wat ze zagen, zo opzichtig faalde hun held. Falcao kon het zelf ook niet geloven en bleef enkele seconden verdoofd stilstaan. Handen in de zij, blik op onbestaan-baarheid. Direct daarna kopte Falcao een prachtig genomen corner van Mauro Rosales maar net over. Het was een knappe kopbal, dat wel.
Daarna was Falcao definitief de weg kwijt. En de bal ook. Die verloor hij knullig ergens op het middenveld na een dwaze actie richting eigen helft. Via een medespeler kwam de bal bij de tegenstander terecht. Een Godoy Cruz-speler wist vervolgens met een venijnig steekballetje topscorer Leandro Caruso te bereiken. Links in het strafschopgebied prikte die de bal, recht voor de volgepakte River Plate-tribune, behendig met rechts in de verre hoek binnen. 1-2.
Het drama was compleet. De spelers van River Plate staarden elkaar vol ongeloof aan. De River-supporters lieten zich echter niet kisten en weigerden op te geven. Nog één keer zetten ze massaal aan. Volgens Santiago zongen ze dat ze onvoorwaardelijk achter River bleven staan. Na het laatste fluitsignaal viel het een moment stil in het stadion. Je kon een speld horen vallen. Er hing een surrealistisch sfeertje. Het besef sloeg in. De houder van de landstitel droeg de rode lantaarn. Er leek geen redden meer aan. De kip naast ons liet een traan. We keken om ons heen en zagen opeens overal treurende mensen. Velen hielden het niet droog. Het stadion huilde. We hadden met ze te doen. De River-fans die hun gelijken niet kenden. Stilletjes schuifelden we met ze het stadion uit.
Die dag degradeerde River dus niet. En een week later ook niet toen de laatste plaats definitief een feit was. In Argentinië degradeerde je namelijk niet zomaar, vertelde Santiago ons eerder al. De resultaten van de laatste drie seizoenen bepaalden wie daadwerkelijk degradeerden. Zo ontsprong River de dans. Na een matig verlopen Clausura 2009 was er een half jaar later echter geen ontkomen meer aan voor de Miljonairs. Een virtuele zeventiende plek over drie seizoenen betekende een allesbeslissende play-off tegen Belgrano. Belgrano won de thuiswedstrijd met 2-0 en de terugwedstrijd eindigde in 1-1. Degradatie was een feit. In de krant las ik dat na die degradatie tientallen mensen gewond raakten bij rellen rond het stadion. Gelukkig waren we daar niet bij.
Grote Vijf: Boca, River, Racing, Independiente en San Lorenzo. In het bijzonder stond hij stil bij de rivaliteit tussen de “Miljonairs” (River) en de “Viespeuken” (Boca). “Wij gaan vanavond de Miljonairs uit het chiquere deel van de stad zien spelen, en niet de volgens velen aanstaande kampioen La Boca”, vertelde Santiago. “Het is jullie geraden vanavond River te steunen en niet de tegenstander”, drukte hij ons op het hart. “Het is voor jullie eigen veiligheid.”
Vervolgens vertelde Santiago over de ‘barra bravas’ (de heldhaftigen). Dat waren de beruchte harde kern-supporters, die elkaar tegenwoordig ook onderling naar het leven stonden. De ‘barra bravas’ van River Plate waren alles behalve lieverdjes, legde Santiago uit. “Vorig jaar nog waren er hevige rellen in en rond het stadion tussen rivaliserende supportersgroepen. Een River-hooligan schoot vorig jaar zelfs iemand van een andere River-supportersgroep dood”, vertelde hij. “Twee schoten door het hoofd…” Je kunt maar beter niet tussen de harde kern in het stadion zitten, wilde hij ermee zeggen. De twee Amerikaanse meiden staarden Santiago verbijsterd en met open mond aan.
Een jongedame stuurde de autobus zelfverzekerd door de straten van Buenos Aires. De meneer uit Canada was onder de indruk van haar stuurmanskunsten, want lijnen op de weg betekenden volgens hem in Buenos Aires helemaal niets. Santiago probeerde ondertussen de complexe regels rondom degradatie uit te leggen. Het kwam er op neer dat nummer laatst River Plate dit seizoen niet zou kunnen degraderen. De Miljonairs waren overigens nog nooit in de geschiedenis als hekkensluiter geëindigd. Zo’n eindklassering zou volgens Santiago op zich al schandelijk genoeg zijn voor de trotse recordkampioen.
In de verte zagen we het stadion van Velez opdoemen. Even later zette het busje ons voor de hoofdingang af. Het was nog vroeg en het plein voor het stadion stond nog niet vol. We volgden Santiago door verschillende poorten en werden meerdere keren zorgvuldig gecontroleerd en gefouilleerd. De mannen door mannelijke agenten en de vrouwen door vrouwelijke agenten. Eenmaal in het stadion leidde Santiago ons naar onze plaatsen, een rij of zes van het veld ter hoogte van de middenlijn, direct achter de dug-outs. Perfecte plaatsen.
De tribune achter de goal links van ons was deze avond het domein van de ‘barra bravas’. Die tribune vulde zich echter maar langzaam. In tegenstelling tot het uitvak achter de goal rechts van ons, die al vroeg vol stond met plukjes feestvierende Godoy Cruz-supporters. Ze vierden onbevreesd hun jubeljaar in carnavalsstemming. De kersverse promovendus stond op een comfortabele plek in de middenmoot. Een week eerder hadden ze Estudiantes thuis verslagen. Een klinkende zege op Boca Juniors (4-1) stond dit seizoen ook al in de boeken. Voor Godoy Cruz was de wedstrijd tegen River de slagroom op de taart en daar wilden ze overduidelijk zo lang en intens mogelijk van gaan genieten.
Naarmate de aftrap dichterbij kwam, vulden de tribunes zich meer en meer. Zo’n tien minuten voor de aftrap was het vak met barra bravas van River Plate tot de nok toe gevuld. De voorbereidingen voor de wedstrijd waren er in volle gang. Van onder naar boven spanden de supporters lange koorden over de tribune, waar ze grote vlaggen en spandoeken met leuzen overheen trokken. Hier en daar staken ze Bengaals vuurwerk af en bij wijze van warming-up deinsde de tribune af en toe op en neer. Op hun beurt beëindigden de spelers op het veld hun warming-up en verdwenen in de spelerstunnel. Opmerkelijk veel journalisten, agenten en andere lieden bleven achter op het veld. Zo ook de scheidsrechter en zijn assistenten. Die kregen meteen de wind van voren. De barra bravas van River lieten geen twijfel bestaan over het beroep van de moeders van het arbitrale trio.
Vervolgens kwamen de spelers terug op het veld en brak een enorm kabaal los. Hoewel, kabaal was niet het juiste woord. Het was een orkaan van gezang en scanderen die van de River-tribune afrolde, waar de supporters sprongen of het een lieve lust was. Een flink aantal heldhaftigen stonden zelfs op de smalle achterste rand van de tribune mee te springen. Eén misstap en ze vielen tientallen meters naar beneden. Een explosieve euforische stemming maakte zich meester van het stadion. De scheidsrechter floot voor de aftrap en direct daarna schuifelden de laatste Godoy Cruz-supporters aan de andere kant in een blauwe polonaise het vak binnen. Ze hadden heel veel vlaggen bij zich en swingden de pan uit. Mijn vriendin en ik keken onze ogen uit. Dit hadden we niet eerder meegemaakt in een voetbalstadion. De ambiance was ongeëvenaard en maakte de wedstrijd op het veld haast een inferieur onderdeel van een veel grootser geheel.
Dat laatste was maar goed ook, want River startte de wedstrijd werkelijk waardeloos. Godoy Cruz speelde zonder vrees en stond na zes minuten