The Dundee Derby
Een vriendelijke burenruzie
Bij veel derby’s spat de haat ervan af. Supporters staan elkaar naar het leven en genieten soms meer van een nederlaag van de vijand dan van een eigen overwinning. Zo niet in het Schotse Dundee, waar de supporters van Dundee United en Dundee FC het goed met elkaar kunnen vinden. De Dundee derby is de vriendelijkste burenruzie van Groot-Brittannië.
De reden voor het ontbreken van haat is dat Dundee een relatief kleine stad is met iets minder dan 150.000 inwoners, waardoor iedereen wel supporters van de andere club kent. Het is eerder regel dan uitzondering dat families bestaan uit fans van beide clubs. De stadions van Dundee en United liggen naast elkaar. Het is iets meer dan honderd meter lopen van Dens Park naar Tannadice Park. Staand op de Law, de uitgebluste vulkaan in het midden van de stad, heb je een perfect uitzicht op beide grounds. In allebei de stadions is ooit een halve finale van de Europa Cup I gespeeld. Dundee won in 1963 met 1-0 van AC Milan en United versloeg 21 jaar later met 2-0 AS Roma. Daarmee is Dundee de kleinste stad met twee halve finalisten in de Europa Cup I. Het is een feit waar ze heel trots op zijn in Dundee.
Net zoals in Glasgow en Edinburgh liep het voetbal in Dundee ooit langs sektarische lijnen. Dundee FC was de club voor het Schotse, protestantse deel van de bevolking, terwijl Dundee Hibernian de club was van de Ierse immigranten (Hibernia is de Romeinse naam voor Ierland) die veelal in de lokale jutefabrieken werkten. Waar in Edinburgh die scheidslijn lang bleef bestaan en die in Glasgow nog altijd intact is, is er van de sektarische oorsprong van de Dundee derby niets meer over. Al in 1919 veranderde Dundee Hibernian haar naam in Dundee United en werden de groene shirts oranje. Religie speelde in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog al geen rol meer bij deze derby.
Dee & Arab
In de Troll Inn, een pub met uitzicht op Tannadice Park, staan Bob en Alan. Ze zijn allebei 53, stemden beiden voor Schotse onafhankelijkheid, hebben alle twee een roodharige vrouw en kennen elkaar al sinds hun jeugd. Er is alleen één groot verschil: Bob is een ‘Dee’ (Dundee-fan) en Alan een ‘Arab’ (United-fan). Voetbal is daardoor hét onderwerp van ‘banter’ tussen beide mannen. Vooral Bob heeft het zwaar, want United is al jarenlang de bovenliggende partij. Ooit was dat anders. Alan: “Toen wij jong waren, was Dundee de grote club. Zij wonnen de titel en speelden in Europa, terwijl wij decennialang in de tweede divisie rondhingen. In die tijd was het heel normaal om de ene week bij Dundee te kijken en de andere week bij United. Uitwedstrijden waren onbetaalbaar. Maar dat is allemaal lang geleden, hè Bob? Wanneer wonnen jullie ook alweer voor het laatst een derby van ons, haha?”
De bulderlach van Alan heeft weinig effect op Bob, die ervan overtuigd is dat vanavond zijn club gaat
winnen: “Normaal heb ik totaal geen vertrouwen voor derby’s, maar vandaag wel. Ik heb zelfs vijftig pond ingezet op winst voor ons. Als we vandaag niet winnen, winnen we nooit meer. United staat drie plekken boven ons, maar sinds ze Armstrong en Mackay-Steven (twee spelers die op ‘deadline day’ door Celtic werden gekocht, red.) kwijt zijn, stelt het niets meer voor bij de Arabs. Echt, we gaan winnen vandaag. Alan, ik betaal na de wedstrijd alle rondjes als jullie winnen.”
In 2004 won Dundee voor het laatste een derby en dat lijkt al een eeuwigheid geleden. Alan wrijft dat er graag in bij zijn beste vriend: “Sinds die nederlaag zijn we al negen wedstrijden ongeslagen. Het is al meer dan 3800 dagen geleden dat Dundee nog eens van ons heeft gewonnen. 3800 dagen, Bob. De laatste keer dat Dundee van ons won, was de Law nog actief en liepen hier dinosaurussen rond. De laatste derby dachten zij ook dat ze gingen winnen en werd het 6-2 voor ons. Celtic heeft daarna onze twee beste spelers gekocht, omdat we een gevaar vormden voor de titel. Sindsdien gaat het klote, maar ik denk echt dat vandaag de ommekeer komt. Dundee is altijd een uitstekend medicijn voor ons. Zeker als ze denken dat ze gaan winnen, haha.”
De honderd meter tussen beide stadions legt de spelersgroep van United te voet af. Een grote groep United-fans applaudisseert voor ze. De Dundee-fans zien ze lopen, maar kijken amper op of om. Bij iedere andere derby is dit onmogelijk, maarhier niet. Even later loopt ook het United bestuur naar Dens Park. Een man in een Dundee-sjaal schudt een van de ‘vijandelijke’ bestuursleden de hand en ze staan even te praten. Iedereen lijkt elkaar te kennen. Ook voor het stadion staan fans van beide clubs met elkaar te praten. De agenten staan er wat verveeld bij te kijken. Er is meer kans dat Telstar - Achilles ’29 uit de hand loopt dan deze wedstrijd. Zelfs de moeilijk kijkende Stone Island-mannetjes zijn meer geïnteresseerd in de kleffe hamburgers die voor het stadion worden verkocht dan in elkaar.
Voor de wedstrijd heerst er veel optimisme bij de Dees. Op de melodie van Hey Jude wordt een langgerekt “Dundeeeeeeee” gezongen, begeleid door roterende sjaaltjes boven de hoofden. Hoe relaxed het buiten het stadion ook was, binnen is het hartstikke fel. Er wordt gezongen, gesprongen en gescholden. Het stadion lijkt soms in te storten, zeker nadat Dundee op 1-0 komt. Fans rennen het veld op, onbekenden omhelzen elkaar en het gejuich is tot ver buiten de stadsgrenzen te horen.
Terwijl de Dees nog aan het feesten zijn, krijgt United een penalty. De Haagse Turk Nadir Çiftçi neemt de strafschop en scoort. Hij viert dit door Dundee-keeper Scott Bain kushandjes in zijn gezicht te blazen, wat hem een gele kaart en een regen aan levensmiddelen vanaf de tribunes oplevert. Çiftçi krijgt de rest van de wedstrijd te horen dat hij slechts een ‘fat Turkish waiter’ is.
Co Adriaanse beschuldigde AZ ooit van
‘woonerfvoetbal’. In Dundee is sprake van de andere kant van het spectrum: ‘motorway football’. In een verschroeiend tempo gaan de Dees op zoek naar de 2-1. Die valt halverwege de eerste helft. Weer is er totale vreugde. Fans lopen het veld op om te feesten. Eentje staat te dansen aan de zijlijn, loopt dan richting de camera van Sky Sports en schreeuwt naar de tv-kijkers. De stewards doen wat aan schijnpreventie, maar eigenlijk lijken ze het stiekem wel mooi te vinden.
In de tweede helft beslist Dundee de wedstrijd definitief. Zelfs een stokoud mannetje dat tot dan toe heel rustig de doelpunten had gevierd, staat te dansen, slaat met zijn wandelstok keihard op de muur en geeft zijn verbaasde buurman zelfs een high five. De eerste Arabs besluiten te gaan en worden getrakteerd op een massaal gezongen: “We can see you sneaking out.” Uiteraard wordt dit begeleid met masturbatiegebaren. De Dundee-fans willen nu meer. Wraak voor de 6-2 van drie maanden geleden. United-coach Jackie McNamara krijgt, op de melodie van Daydream Believer, nog een serenade van de Dundee-fans: “Cheer up McNamara, oh what can it mean, to a sad Arab bastard and a shite football team.” Het wordt geen 6-2, maar de 3-1 levert ook een staande ovatie op. Dundee is donkerblauw vanavond. Na de wedstrijd zien Bob en Alan elkaarweer in de Troll Inn. Bob is uitgelaten: “Dit is de mooiste derbywinst ooit. Winnen is zoveel mooier als je er al zo lang op wacht. Wat een wedstrijd. Wat een sfeer. Wat een club.” Alan kijkt geamuseerd hoe uitgelaten zijn beste vriend is: “Ik gun ze dit wel een keer. Ze waren ook veel beter vandaag. Moet je eens kijken hoe blij Bobje is met een 3-1. Dat is toch leuk voor hem, haha. Misschien halen ze zelfs wel de kampioenspoule en mogen we weer tegen elkaar. Maar dan winnen wij wel weer. Een keer de derby winnen in elf jaar is meer dan genoeg voor de Dees, anders gaan ze gekke dingen doen, haha.” Bob maakt het weinig uit. Met een pint lauwe ale in zijn hand zet hij dé meezinger van de avond nog een keer in: “Cheer up McNamara, oh what can it mean, to a sad Arab bastard and a shite football team.”
Fred van der Hoorn, Dundee United
“Ik kwam bij Dundee United terecht dankzij hun manager Jim McLean. Hij was op scoutingstrip in Nederland en zag mij spelen in twee wedstrijden. Dundee United was toen een grote club die twee jaar eerder nog in de finale van de UEFA Cup had gestaan. Dat was dus een top-transfer voor mij. Ik heb er vier jaar gespeeld, waarna ik werd doorverkocht aan Eendracht Aalst.
De derby’s tegen Dundee waren altijd heel speciaal. Sportief gezien waren de duels met Aberdeen belangrijker, maar de fans wilden ook altijd heel graag dat we van de buren wonnen. De eerste derby die ik meespeelde was bij Dundee. Die verloren we met 4-3. Er hing altijd een mooie sfeer. Zowel voor de fans als voor ons als spelers was het altijd genieten. Het zijn wedstrijden waar meer telt dan de punten alleen. In Dundee kent iedereen wel iemand die voor de andere club is. Winnen was dus erg belangrijk voor de supporters die de maandag erop weer naar hun werk moesten. Het is bizar dat de stadions zo dicht bij elkaar liggen. Wij gingen dan ook altijd te voet van Tannadice naar Dens Park. Dat kan goed in Dundee. Ik heb nooit iets van gezeik meegemaakt.
Afgelopen seizoen was ik weer een keer bij Dundee United met een groepje uit Den Bosch. Het was leuk om terug te zijn en alles weer een keer te zien. Ik heb vier mooie jaren gehad daar in Dundee. Heel Schotland is trouwens erg prettig. Een mooi land met fijne inwoners.”
Dundee Utility Crew
Eind jaren zeventig komt het voetbalhooliganisme op in Schotland. Met name Rangers en Celtic zijn gevreesd. Iedereen speelt vier keer tegen elkaar, dus zowel Celtic als Rangers komen twee keer
langs bij Dundee United én Dundee. Acht keer per jaar wordt de stad ingenomen door dronken ‘Weegies’, die zuipen, slopen, in tuinen pissen en doen alsof de stad van hun is. Er moet iets gebeuren, vinden fans van beide clubs. Vriendengroepen bestaan uit supporters van Dundee en Dundee United en die besluiten om niet ieder afzonderlijk een ‘firm’ op te richten, maar het samen te doen. De Dundee Utility Crew is geboren. Het belangrijkste doel is om de eigen stad te beschermen tegen fans van Rangers en Celtic en later ook tegen de beruchte harde kernen van Aberdeen en Hibernian.
Om de week speelt Dundee United dan wel Dundee thuis en de Utility blijft altijd achter in de eigen stad. Als Dundee een thuiswedstrijd heeft tegen Rangers en United naar Celtic moet, gaan de United-fans niet naar Glasgow. Naar Dens Park gaan ze ook niet. Vooraf worden de hooligans van Rangers opgezocht voor een matpartij. Het Dundee-deel van de Utility gaat dan naar de wedstrijd toe, terwijl de United-fans in de pub blijven. Tijdens de laatste tien speelminuten glippen de Arabs gratis naar binnen om zich bij het Dundee-gedeelte van de Utility te voegen om na het laatste fluitsignaal weer te gaan knokken met de harde kern van Rangers.
De minst leuke wedstrijden voor de Utility zijn de derby’s. Op die dagen ontlopen ze elkaar. Ondanks de vriendschap tussen de harde kernen is het ontzettend belangrijk om de Dundee derby te winnen. Een verliespartij levert een hoop provocaties op van de andere kant. Een stilzwijgende afspraak is dat het zieken maar een paar dagen mag duren, want te lang doorgaan is slecht voor de onderlinge verstandhouding.
In de jaren negentig pakte de Schotse politie het hooliganisme keihard aan en dat betekende ook meteen het einde van de Utility. In naam bestaan ze nog wel, maar gevochten wordt er zelden meer. Het doel om de Utility op te richten, het verdedigen van de stad, is met het verdwijnen van de harde kernen bij de andere clubs ook komen te vervallen.
Frank van Eijs, Dundee FC
“In 1999 kwam ik via een makelaar bij Dundee terecht. Na een weekje meetrainen kon ik een contract tekenen voor twee seizoenen. Ik had het voordeel dat ik op meerdere posities kon spelen en pakte al snel mijn kans. In het begin speelde ik veel, maar de club veranderde langzaam. Eerst kwamen er allemaal Spanjaarden en later Italianen die elkaar allemaal kenden. Ook Claudio Caniggia speelde bij Dundee in die tijd. Daar stond ik regelmatig tegenover op de training. De klasse droop van hem af. Nog nooit zo’n goede speler gezien. Het was wel een aparte vogel. Hij zat altijd alleen en praatte bijna met niemand.
De derby was heel speciaal. Mijn eerste was op Tannadice Park. Dat was zo onwerkelijk, omdat de stadions bijna naast elkaar liggen. Normaal kwamen we met de bus aan, maar nu liepen we gewoon tussen de fans van ons stadion naar dat van Dundee United. Je werd altijd geconfronteerd met de andere club. Ik woon op driehonderd meter van het stadion en op weg naar huis kwam ik altijd langs Tannadice Park waar hun spelers naar buiten kwamen. Dat was een vreemd gevoel, omdat Dundee United eigenlijk ‘de vijand’ zou moeten zijn. Ik ben na mijn vertrek nooit meer in Dundee geweest, maar ik zou er graag nog eens heengaan met mijn zoontje om hem de club te laten zien.”