DERBY'S
Er zijn er talloze; de een nog verhitter dan de ander: derby's! Van de Madrileese clash tussen Atlético en Real tot de Portugese clash in Lissabon tussen Sporting en Benfica; van de Derby della Capitale in de Italiaanse hoofdstad Rome tussen Lazio en AS Roma tot het Brugse onderonsje tussen Cercle en Club bij onze Zuiderburen en van de strijd in Istanbul tussen de Turkse grootmachten Galatasaray en Fenerbahce tot de Manchester Derby tussen City en United in Engeland. Kom alvast in de stemming en lees het artikel 'Beroeren, bewegen en benevelen' door naar beneden te scrollen. Beleef de ultieme voetbalervaring en boek je derby bij VanBastisch!
De website van dit reis-programma bevat beeldmateriaal over duizenden bestemmingen. Kijk snel of er ook iets over die van jou te vinden is!
Op Ciao Tutti ontdek je de beste tips voor je vakantie in Italië én voor het Italiëgevoel thuis.
Virtueel genieten van prachtige plekken en de Italiaanse keuken!
City Sightseeing tours biedt op haar website stadsrondritten aan; dè gemakkelijke manier om alle bezienswaardigheden in een stad te bezoeken!
OrangeSmile levert hotel boekingsdiensten, maar biedt op haar website ook reisgidsen aan. Check de site voor (nog) meer info over jouw bestemming!
Spanje…een land volop verrassingen, onontdekte plekken
en zoveel moois! Neem een kijkje op Sprankelend Spanje en ontdek elf stedenwebsites!
Kies je favoriete derby
De enorme gelaagdheid van derby's en klassiekers
Beroeren, bewegen en benevelen
Voetbal is een competitieve bezigheid met als uiteindelijk doel: winnen. Maar sommige overwinningen smaken net iets beter. Over dat wat derby’s en klassiekers zoal losmaken.
TEKST: PETER WEKKING
BRON: VOETBAL INTERNATIONAL
‘Een overwinning in een derby is net zo extatisch als seks hebben met Julia Roberts.’ Aldus sprak Diego Maradona ergens gedurende zijn roerige carrière. En Diego kan het weten. Hij heeft immers volop de roes van het leven geproefd en geldt als een expert in extase. Denk alleen maar aan die uitpuilende ogen waarmee de Argentijn tijdens het WK van 1994 in de camera keek. En derby’s heeft Maradona ook genoeg meegemaakt.
El Superclásico bijvoorbeeld, dé botsing van Buenos Aires. De hoofdstad van Argentinië telt liefst 24 professionele voetbalclubs, maar als Boca Juniors en River Plate tegen elkaar aantreden gaat het los. Dan staat de wereld stil en slaat de geest op hol. Boca Juniors (uit 1905) en River Plate (1901) hebben beide hun oorsprong in La Boca, het arbeidersgebied van de haven van Buenos Aires. Totdat River Plate in 1925 verhuisde naar het welvarende district Núñez, in het noorden van de stad.
Met de verwijdering begon ook de rivaliteit. Boca staat bekend als de club van de arbeidersklasse, met veel aanhangers in de Italiaanse immigrantengemeenschap. Niet voor niets staan Boca-fans bekend als Xeneizes, afgeleid van Genuezen, de inwoners van de Italiaanse havenstad Genua. Zoals River Plate sinds de verhuizing naar het gegoede Núñez door het leven gaat als Los Millonarios en zijn support vooral heeft in de hoogste klassen van de Argentijnse samenleving.
Die rivaliteit dus maakte Diego Maradona mee toen hij voor de eerste keer seks had met Julia Roberts. Maradona was 21 jaar toen hij Boca Juniors voor het eerst bij de hand nam richting een 3-0 overwinning op River Plate. Met een doelpunt bracht de kleine man de massa in La Bombonera in extase en die goal, dat was wat. Het was een daad van liefde, vooral. Maradona gold toen immers al jaren als hét supertalent van Argentinië. Opgeleid bij Argentinos Juniors kreeg hij tal van aanbiedingen. Bij River Plate lonkten de dollars, maar hoewel hij bij Los Millonarios veel meer kon verdienen, koos Maradona toch voor het geel-blauw van Boca Juniors. Want dat was de club van zijn hart.
Leven uit het hart, dat doet Maradona in zijn hele onstuimige bestaan al. En voetballen uit het hart is wat er gebeurt bij derby’s en klassiekers. Zelden of nooit ligt er rede onder, altijd gevoel. Pure, vaak rauwe emoties. Aangewakkerd door liefde en haat, gevoed door tal van triviale tegenstellingen. Die zitten in politieke stromingen en culturele verschillen, sluimeren in afwijkende geloofsovertuigingen of hebben hun oorsprong in een geschiedenis van betwiste landsgrenzen. Het maakt derby’s en klassiekers tot zo veel meer dan een potje voetbal van negentig minuten. Het is knikkeren met een enorme gelaagdheid.
Het meest naturel zijn de dorpse twisten. Daarbij gaat het om primitieve burenruzies, wie de grootste mond mag voeren in de kroeg of de eer van de blonde maagd die geschaakt is door de tandeloze spits uit een wijk even verderop. De meest noordelijke derby van Nederland tussen Amelandia en Geel-Wit bijvoorbeeld. Of de Slag om de Zuiderzee tussen IJsselmeervogels en Spakenburg. Dan lopen leven, lijden en liefhebben vooral langs kleuren. De roden tegen de blauwen. De zwarten van Sportclub Enschede die categorisch weigerden erwtensoep te eten omdat dat de kleur groen heeft van Enschedese Boys, de gehate erfvijand van een paar straten verderop. Dat soort ééndimensionale rivaliteit.
Iets groter zijn er de stedelijke sentimenten en de regionale derby’s. FC Groningen-SC Heerenveen. Sparta- Feyenoord. HSV-St. Pauli. NEC-Vitesse. Club Brugge-Cercle Brugge. Heracles Almelo-FC Twente. Spanje-Portugal. En het meest intens zijn de Supers en de Clásicos. Verpakt in ronkende bijvoeglijke naamwoorden en mooie metaforen. Feyenoord-Ajax, De Klassieker, natuurlijk. De Duitse variant – Der Klassiker – tussen Bayern München en Borussia Dortmund. De Derby van het Heelal tussen Barcelona en Real Madrid of De Eeuwige Rivaliteit als Istanboel op stelten wordt gezet door de vurige jongens van Fenerbahçe en Galatasaray.
Soms ook is een derby onderhevig aan inflatie, althans in de eigen beleving. In de jaren tachtig – toen de Premier League nog niet bestond – gold Italië met zijn Serie A als het Walhalla van het Europese clubvoetbal.
Met de machtsstrijd van Milaan tussen AC Milan en Internazionale als de wedstrijd der wedstrijden. Het simpele gegeven dat Internazionale een afsplitsing is van Milan en in 1908 werd opgericht door een groepje buitenlanders dat ontevreden was dat er binnen het nationalistische Milan een uitgesproken voorkeur bestond voor Italiaanse voetballers, zorgde in de voorbije eeuw al voor een emotie op zich. Na verloop van tijd kwam er voor ons Nederlanders een rivaliteit binnen de derby van Milaan bij. Namelijk de Hollandse Milanisti versus de Duitse Interisti. Marco van Basten, Ruud Gullit en Frank Rijkaard in fel gevecht met Jürgen Klinsmann, Lothar Matthäus en Andreas Brehme. Rood-zwart tegen blauw-zwart, twee keer per jaar een bonte Kermis onder de Dom, en dat seizoenen achtereen.
De opwinding van toen is geweest. Tegenwoordig hebben we de toonaangevende Premier League en een nieuwe wereldorde in het voetbal. Met de geldstromen is de aandacht verschoven en ook de grootmachten van Milaan vielen ten prooi aan de globalisering. AC Milan had eerst een Chinese baas en is nu in handen van een Amerikaans hedgefonds, terwijl Inter na de aanvankelijke Indonesische eigenaar nu het bezit is van een Chinese investeringsmaatschappij. De gevolgen zijn ernaar, zowel sportief als sociaal-cultureel. De laatste titel van Milan dateert van 2011, het laatste kampioenschap van Inter zelfs van 2010. Twee jaar geleden duurde de voorpret van de Derby della Madonnina wel erg kort, want de wedstrijd in San Siro begon al om 12.30 uur. Niet om de duizenden tifosi in het stadion te plezieren, wel om al die miljoenen tv-kijkers in Azië op maat te bedienen. En Milan en Inter ondermijnen het speciale derbygevoel zelf ook, door onbekommerd onderlinge demonstratiewedstrijdjes in China en de VS te spelen. Emotieloos getik is het, om een paar dollars meer.
Hoe meer lagen eronder liggen, hoe hitsiger doorgaans de derby. Zeker als de wedijver gestoeld is op politieke, religieuze of etnische componenten.
Het bekendste voorbeeld daarvan is zonder twijfel El Clásico, de kraker tussen Barcelona en Real Madrid. Voetbal als vrijheidsstrijd. Nationalistische Catalanen die zich afzetten tegen de centrale regering in Madrid. Niet voor niets afficheert Barcelona zich als més que un club. Meer dan een club. En als Real Madrid de tegenstander is, dan gaat het om meer dan een wedstrijd. Veel meer. Want Real Madrid is De Koninklijke, de club die de naam had altijd door staat en bond bevoordeeld te worden en wier Europese successen in de jaren vijftig van de vorige eeuw gretig werden omarmd door de Spaanse dictator Franco.
Niet voor niets geldt 17 februari 1974 in Catalonië nog altijd als een soort van officieuze Bevrijdingsdag. Franco leefde en heerste nog, Barcelona was al veertien jaar geen kampioen geworden en leed vooral. De uitwedstrijd tegen Real Madrid die voor die dag op het programma stond, leek bij uitstek een podium om dat lijden te verlengen. Te verhevigen, misschien wel. Alleen: sinds een paar maanden voetbalde Johan Cruijffbij Barcelona. Cruijffhad van het elftal van Rinus Michels een winnende ploeg gemaakt en zie, hij zette ook Bernabéu op stelten. Jopie uit Betondorp wervelde negentig minuten lang over het veld, maakte één goal en bereidde er twee voor, en leidde Barcelona naar een historische 5-0 overwinning. De erfvijand werd vernederd, nota bene in het eigen huis van de dictatuur!
De politieke lading gaf de wedstrijd eeuwigheidswaarde en bezorgde Cruijff een mythische status. Veel Catalanen hadden destijds nog geen tv en volgden het duel in Madrid via de transistorradio. Ze hoorden de toenemende hysterie van de verslaggevers in Bernabéu en verzonnen er zelf beelden en bewegingen bij. In de constructie van de fantasie werd Johan Cruijffzodoende groot, groter en grootst. En op het einde: El Salvador. Het collectieve gevoel was zoals de Catalaan Xavier Pitarque later in de aan Cruijffgewijde documentaire En un momento dado zo treffend verwoordde. ‘We voelden ons na die wedstrijd Catalanen tot in het diepst van onze ziel. Zak in de stront, klootzakken uit Madrid!’
Eindelijk was het dan zover. Vrij zijn van Madrid. Al was het dan voor even. Al was het dan alleen maar via het voetbal en dus vooral symbolisch. Op die februari-avond in 1974 liet Johan Cruijff een explosief geluk over Catalonië neerdalen. De betraande culés vielen elkaar in de armen, de euforie golfde door de straten, het leek wel een buitenaardse viering. Catalonië was sterker en weerbarstiger geweest dan de vermaledijde macht uit Madrid en het verzet was met geweld noch intimidatie te breken. Met dank aan die schriele voetballer uit Nederland. Zelfs The New York Times, doorgaans alleen begaan met wereldnieuws en dramatische gebeurtenissen in koningshuizen, schreef erover. ‘Johan Cruijffheeft op één dag meer voor de belangen van het Catalaanse volk gedaan, dan alle politici in de voorgaande decennia bij elkaar’, aldus de gezaghebbende krant.
Dat is dus wat derby’s en klassiekers doen. Ze beroeren, bewegen en benevelen. Ook op de Balkan bijvoorbeeld, kan het ongenadig broeien. Zoals bij de Mostarski Derbi tussen Velez en Zrinjski in Bosnië-Herzegovina. Mostar wordt gespleten door de rivier Neretva, maar ook door de rivaliteit tussen HSK Zrjinski en Velez.
Zrjinski is afkomstig van de westelijke oever, Kroatisch georiënteerd en grotendeels katholiek. Velez is oostelijke oever, hoofdzakelijk gesteund door moslims en afficheert zich als een linkse club. Zelfs op het EK van 2008, toen de voetballers van Zrjinski en Velez vakantie vierden, raakten fans van beide clubs slaags tijdens het duel Kroatië-Turkije.
De werpknotsen zijn ook nooit ver weg als Rode Ster Belgrado en Partizan Belgrado op elkaar stuiten. Tussen de stadions van beide Servische clubs ligt slechts vierhonderd meter en een lieflijk parkje. Tegelijk gaapt er tussen beide clubs een wereld van verschil, met een rivaliteit die even complex is als de eeuwenoude rivaliteit op de Balkan. Rode Ster werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog opgericht door de communisten, aanvankelijk als het team van de Universiteit van Belgrado, maar gold al snel als de club van het volk. Partizan was de club van de soldaten, vernoemd naar de guerilla’s van maarschalk Tito die Joegoslavië hadden bevrijd van de Duitse overheersers. Om het nog wat ingewikkelder te maken: binnen Rode Ster domineerde al die jaren het nationalistische gedachtegoed waarin een groot Servisch rijk werd nagestreefd. Tito, die de federale republiek Joegoslavië tot zijn dood in 1980 leidde, was echter een geboren Kroaat en de legertop – en dus Partizan – was juist voorstander van een verenigd Joegoslavië.
Geen wonder dus dat de Veciti Derbi, de eeuwige derby, iedere keer weer de potentie van een burgeroorlog met zich meedraagt. Ooit kwamen liefst 108 duizend toeschouwers af op de wedstrijd tussen de meest succesvolle clubs van Servië. Elke derby vereist de inzet van duizenden politieagenten en ordetroepen. De hooligans van beide clubs zijn dermate gewelddadig dat de stadions van Rode Ster en Partizan gewilde rekruteringsplaatsen waren voor het leger. Die van Rode Ster gaan door het roerige leven als de Delije, de moedigen, de harde kern van Partizan noemt zich zelfs De Grafdelvers. Eind jaren negentig werd deze supportersclub overigens verboden. Tijdens de derby schoten De Grafdelvers een raket in het vak met Rode Ster-aanhangers. Bij de aanslag overleed een achtjarig jongetje.
Als het gaat om sektarisme en kerk en voetbal die maar niet gescheiden kunnen worden, komt dat op ultieme wijze tot uiting in The Old Firm. Ofwel Glasgow Rangers versus Celtic, Rawhide on the prairie. Aan de oppervlakte gaat het om de strijd tussen protestanten (Rangers) en katholieken (Celtic), maar eronder sluimeren tal van andere disputen.
Het gaat ook om afkomst, om een nationale identiteitskwestie tussen Ulster Schotten (Rangers) en Ierse Schotten (Celtic) en dus ook weer om Noord-Ierland-gerelateerde politieke geschillen tussen loyalisten en republieken. En dan is er ook nog het typische Britse schisma tussen conservatieven en socialisten. Ga er maar aan staan. Daar strijd je dus allemaal voor of tegen, wanneer je als voetballer aan de aftrap staat van de derby van Glasgow, die door die enorme gelaagdheid een van de meest intense sportwedstrijden ter wereld is. Vraag het Dick Advocaat, Pierre van Hooijdonk, Michael Mols, Arthur Numan, Ronald de Boer, Jan Vennegoor of Hesselink of al die andere Nederlanders die meermalen actief The Old Firm meemaakten:
als ze ver na afloop van het wilde geraas in de bus stapten, suisden hun oren nóg van het enorme lawaai dat er tijdens de derby was geproduceerd.
Sinds de eerste uitvoering op 28 mei 1888 is The Old Firm ruim vierhonderd keer gespeeld, maar nog steeds is de sfeer even weerbarstig. Schrijver dezes maakte The Old Firm eens mee in het gezelschap van Jimmy Calderwood, protestant en geboren Rangers-fan. Calderwood sprong pardoes uit de taxi die ons naar het stadion zou brengen, toen hij aan de achteruitkijkspiegel een Celtic-vaantje ontwaarde. Liever ging hij de vier kilometer naar Ibrox-Stadium lopen. Zoals de club Glasgow Rangers tot het einde van de vorige eeuw weigerde om katholieke spelers te contracteren. Het is vanwege deze wederzijdse afkeer dat Rangers en Celtic decennia achtereen dezelfde bierbrouwers en telecommaatschappijen als shirtsponsor hadden. Zo niet, dan zou de sponsor van de ene club gegarandeerd geboycot worden door de fans van de rivaliserende club en zou dat de helft van de klandizie schelen.
De intense rivaliteit, de doden die bij ongeregeldheden rond de derby vielen en het aantal geweldsincidenten, dat in de weekeinden waarin The Old Firm op het programma stond zelfs bleek te vernegenvoudigen, leidden in 2012 tot de komst van een heuse voetbalwet. Die moest de politie in staat stellen om uitspattingen te voorkomen, de wederzijdse haat te dempen en supporters aan te spreken op hun gedrag. Wie nu rond The Old Firm stenen gooit, een vechtpartij aangaat of zich verliest in bedreigingen of religieuze beledigingen, kan een gevangenisstraf tot vijf jaar tegemoet zien.
En dan is er nog de Voetbaloorlog.Een echte oorlog. In 1969 leidden drie WK-kwalificatiewedstrijden tussen de buurlanden Honduras en El Salvador tot een gewapend conflict dat honderd uur duurde. Nadat er rond de wedstrijden in toenemende mate geweld tussen fans van beide ploegen was losgebarsten en de nationale media in de twee landen de stemming hadden opgeklopt tot hysterie, ging het op 14 juli 1969 definitief los. Het leger van El Salvador trok buurland Honduras in, uit burgervliegtuigen werden bommen gegooid.
En toen was het vechten geblazen. De confrontatie is in de internationale geschiedenisboeken gerubriceerd onder de noemer The Football War, maar zoals zo vaak ging het om veel bevolking en de machtige grootgrondbezitters. Er kwam een speciale landonteigeningswet. Salvadoraanse arbeiders kregen steeds moeilijker een werkvergunning en op 30 april 1969 werden Salvadoranen officieel opgeroepen om Honduras te verlaten. De almaar oplopende spanningen culmineerden in redeloos geweld rond de WK-kwalificatiewedstrijden tussen Honduras en El Salvador.
En toen werd het oorlog. Zie hier wat voetbal kan doen met mensen. When two tribes go to war. Sport maakt felle emoties los. Of het nu in dorpen of steden is, in landen of op continenten. En al helemaal als het gaat om derby’s en klassiekers. Die beroeren, bewegen en benevelen, ontketenen oorlogen of veroorzaken hetzelfde extatische gevoel als seks hebben met een ongrijpbare Amerikaanse actrice. Ze zijn heerlijk en intens, die wedstrijden. Ze zorgen voor emoties in het kwadraat.